NL
EN
FR
Belgium
Terug naar artikelen

Fiscale aandachtspunten voor investeerders van cryptocurrency

29 oktober 2025

Welke risico’s lopen houders van cryptomunten in het licht van de huidige fiscale wetgeving en de toekomstige belasting op meerwaarden van financiële activa?

Fiscale aandachtspunten voor investeerders van cryptocurrency

Krachtens de huidige fiscale wetgeving kunnen meerwaarden gerealiseerd door natuurlijke personen op cryptomunten ofwel vrijgesteld zijn omdat ze behoren tot het normale beheer van het privé-patrimonium, ofwel belast worden als diverse inkomsten tegen een afzonderlijk tarief van 33 %, ofwel – in geval van een georganiseerde en regelmatige activiteit – belast worden als beroepsinkomen tegen de progressieve tarieven.

De recente praktijk van Fiscale Rulingdienst verscherpt de feitelijke criteria waarmee rekening wordt gehouden (geïnvesteerd bedrag, frequentie van transacties, gebruik van hefboomwerking, automatisering, beroepsactiviteit van de belastingplichtige etc.), wat af en toe leidt tot vrijstelling of tot een belastingheffing als diverse inkomsten.

De fiscus krijgt binnenkort meer zicht op crypto-transacties. Dankzij een uitgebreidere toegang tot het Centraal Aanspreekpunt en nieuwe transparantieverplichtingen voor crypto-dienstverleners en -platformen, opgelegd door de 8e Richtlijn inzake administratieve samenwerking (DAC 8), zal de controle op crypto-activa aanzienlijk toenemen.

Op middellange termijn wordt er vanaf 1 januari 2026 een nieuwe belasting van 10% ingevoerd op meerwaarden uit crypto-activa die binnen het kader van normaal beheer worden gerealiseerd. Voor speculatieve meerwaarden blijft het tarief 33% van toepassing. Het meerwaardenhistoriek tot 31 december 2025 blijft in principe vrijgesteld van de nieuwe 10%-belasting.

Daarnaast worden sommige inkomsten uit crypto-activa, zoals staking, beschouwd als inkomsten uit kapitaal en roerende goederen.Staking’ houdt in dat je crypto verdient door je munten vast te zetten in plaats van ze te verkopen of te verhandelen.

Let op: anticipatieve beslissingen zijn tijdelijk van kracht en kunnen vervallen of worden aangepast als er binnenkort nieuwe wetgeving wordt ingevoerd.

Huidige kwalificatie van de winsten: vrijstelling diverse inkomsten (art. 90, 1°, WIB 92) of beroepsinkomsten (art. 23, § 1 WIB 92)

Volgens artikel 90 van het WIB 92 worden winsten uit transacties of speculaties die niet uit een beroepsactiviteit voortkomen, beschouwd als diverse inkomsten en zijn ze in principe belastbaar. Alleen winsten die vallen onder het normale beheer van een privévermogen blijven vrijgesteld van belasting.

Als de activiteit de grenzen van normaal beheer overschrijdt en een professioneel karakter krijgt, zoals bepaald in artikel 23, §1, WIB 92 en het Besluit WIB 92 nr. 23/35, wordt de winst aangemerkt als beroepsinkomen en dus belast.

De fiscus benadrukt dat, bij afwezigheid van een speciaal regime, de algemene belastingregels gelden. Per geval wordt beoordeeld of transacties tot het normale beheer van een privévermogen behoren. Als dat niet zo is, worden ze beschouwd als diverse inkomsten en geldt een apart tarief van 33%.

De fiscale instructies PB 2026 bevestigen deze drieling: vrijstelling in het kader van normaal beheer van privé-patrimonium; 33 % indien de activiteit speculatief is (art. 171, 1° WIB 92); progressieve tarieven indien zij als beroepsmatig worden gekwalificeerd.

De recente anticipatieve beslissingen illustreren hoe de fiscus beoordeelt of crypto-inkomsten beroepsmatig zijn of als diverse inkomsten moeten worden belast.

Voorbeeld 1: Beslissingen uit 2025 wijzen belastingheffing af wanneer de inkomsten noch beroepsmatig, noch divers zijn, bijvoorbeeld bij een voorzichtige en niet-geautomatiseerde strategie.

Voorbeeld 2: Een beslissing van 19 augustus 2025 kwalificeert de inkomsten als diverse inkomsten, wegens een relatief groot geïnvesteerd bedrag en een hoog aantal transacties.


Feitelijke criteria afgeleid door de Fiscale Rulingsdienst en risico’s van herkwalificatie

De vragenlijsten van de Rulingsdienst en rulingpraktijk identificeren sleutel­factoren: de oorsprong van de crypto-activa, de ouderdom van de portefeuille, het bedrag en het aandeel van het patrimonium dat erin is gemobiliseerd, de frequentie van aankopen/verkopen, de “buy and hold”-strategie, het beroep van de belastingplichtige, het gebruik van leningen, de automatisering van de verrichtingen, het “mining” (mijnbouw), de activiteit op forums, beleggingen ten behoeve van derden en het inschakelen van adviseurs.

Verschillende besluiten (tussen 2018 en 2025) bevestigen dat er een vrijstelling geldt wanneer cryptoactiva worden aangekocht met eigen middelen, zonder ‘mining’. (‘Mining’ – of delven – is de fundamentele activiteit die cryptonetwerken zoals Bitcoin operationeel houdt.).

Het maakt het mogelijk transacties te valideren, ze te groeperen in blokken en het netwerk op gedecentraliseerde wijze te beveiligen — zonder automatisering, voor een beperkt deel van het vermogen, binnen een behoudsgerichte strategie.

Omgekeerd leidt een investering van meer dan de helft van het vermo­gen aan roerende goederen of een hoog transactievolume tot een belastingheffing als diverse inkomsten.

De Rulingdienst kent haar beslissingen doorgaans een geldigheidsduur van één jaar toe en voegt daarbij een uitdrukkelijk voorbehoud in geval van substantiële wijzigingen van het WIB 92. Hierdoor lopen houders het risico dat hun beslissing wordt herzien wanneer de feiten evolueren of de wetgeving verandert.

De beslissing van 19 augustus 2025 illustreert de verschuiving naar de kwalificatie als diverse inkomsten wanneer sprake is van een relatief groot geïnvesteerd bedrag en een aanzienlijk aantal transacties — zonder dat daarbij evenwel een beroepsmatig karakter wordt aangenomen.

In de communicatie van 2024 bevestigt de Rulingdienst met concrete voorbeelden dat zowel het deel van de portefeuille dat in cryptomunten is belegd als de regelmaat van de verrichtingen zwaar doorwegen in de analyse.


Ontwikkelingen 2025–2026: versterkte controle, DAC 8 en toekomstige belasting van 10%.

Het regeerakkoord kondigt een verruimde toegang van de fiscus tot het Centraal Aanspreekpunt (CAP) aan, evenals de melding van cryptomuntenrekeningen aan datzelfde CAP. Daarnaast wordt een versterkt kader voor datamining ingevoerd.

Gecombineerd met de DAC8-richtlijn (crypto–Common Reporting Standard of crypto-CRS), die van kracht wordt op 1 januari 2026, zal dit leiden tot een sterk verminderde anonimiteit voor houders van cryptoactiva en een toenemend risico op detectie en controle.

Een wetsvoorstel van juli 2025 (de toekomstige belasting op meerwaarden gerealiseerd door natuurlijke personen en rechtspersonen, anders dan vennootschappen, op hun financiële activa) bepaalt dat vanaf 1 januari 2026 meerwaarden op cryptoactiva die voortkomen uit het normaal beheer van het privévermogen, zullen worden onderworpen aan een nieuwe belasting van 10 %, met vrijstelling voor het historische saldo op 31 december 2025.

Speculatieve of beroepsmatige meerwaarden blijven daarentegen belast als diverse inkomsten tegen 33 % of volgens de progressieve tarieven per schijf, zonder herberekening of “reset” van het historisch saldo.

Verschillende anticipatieve beslissingen uit 2025 vestigen de aandacht op mogelijke substantiële wijzigingen van het WIB 92, die de geldigheid van bestaande rulings kunnen beïnvloeden.

Tegelijk kwalificeerde een beslissing van de Rulingdienst (maart 2025) de staking rewards als inkomsten uit roerende goederen en kapitalen (artikel 17, § 1, WIB 92), vergelijkbaar met interesten (artikel 19, 1°, WIB 92). Dit impliceert een aparte aangifteverplichting ten opzichte van de meerwaarden op kapitaal.

In de praktijk worden beleggers in dit type financiële producten dus geconfronteerd met een dubbele fiscale matrix:

  • een nieuwe bijdrage van 10 % voor het normaal beheer,
  • een belasting van 33 % in geval van speculatie of beroepsinkomen, en voor bepaalde stromen (zoals staking) een belasting als roerend inkomen.

Het staat buiten twijfel dat investeerders in dit type producten hun investerings- en beheers strategieën zullen moeten aanpassen in functie van deze omwenteling die neerkomt op een ware revolutie.

Thierry LITANNIE
Tax Partner ANDERSEN Belgium

Zie meer artikelen

Heropbouw van vernielde of beschadigde zonevreemde woning: Geen tijdsdruk zonder duidelijk verzekeringsbedrag.
News

22.10.2025

Ruimtelijke Ordening en Milieu

Heropbouw van vernielde of beschadigde zonevreemde woning: Geen tijdsdruk zonder duidelijk verzekeringsbedrag.

De Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) vernietigde onlangs een beslissing van de provincie Oost-Vlaanderen die een omgevingsvergunning weigerde voor de heropbouw van een afgebrande, zonevreemde woning. De RvVB oordeelde dat de termijn waarbinnen de aanvraag voor zo’n vergunning moet worden ingediend, pas een aanvang neemt van zodra er zekerheid bestaat over het toegekende verzekeringsbedrag.

Lees het artikel »
Afscheid van twee vertrouwde gezichten: Leo Peeters en Ann Vranken

21.10.2025

Afscheid van twee vertrouwde gezichten: Leo Peeters en Ann Vranken

Met respect en dankbaarheid nemen we afscheid van twee collega’s die jarenlang mee het gezicht en de koers van ons kantoor bepaalden: Leo Peeters en Ann Vranken gaan met pensioen na een lange en gewaardeerde loopbaan en laten in volle vertrouwen het kantoor over aan de volgende generatie. Hun vertrek markeert het einde van een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van ons kantoor.

Lees het artikel »
‘To share or not to share’.  Waarom ook precontractuele informatie essentieel is bij een commerciële samenwerking?
News

10.10.2025

Handels- en Economisch Recht

‘To share or not to share’.  Waarom ook precontractuele informatie essentieel is bij een commerciële samenwerking?

Gaat u als ondernemer een commerciële samenwerking aan - zoals een franchise, distributie, agentuur of concessie - en geeft u de andere partij het recht om uw commerciële formule te gebruiken (denk aan een gemeenschappelijke handelsnaam, overdracht van knowhow of commerciële/technische bijstand)? Dan bent u wettelijk verplicht om uw (toekomstige) partner vooraf uitgebreid te informeren. Recent werd deze informatieplicht door de wetgever nog uitgebreid en aangescherpt. Deze verplichting is niet vrijblijvend: wie ze niet naleeft, riskeert zware sancties.

Lees het artikel »
Lokale besturen niet langer rechter én partij bij eigen bouwprojecten
News

02.10.2025

Ruimtelijke Ordening en Milieu

Lokale besturen niet langer rechter én partij bij eigen bouwprojecten

Het Grondwettelijk Hof is van oordeel dat bouwprojecten die uitgaan van lokale besturen, en die een wezenlijke impact op het milieu kunnen hebben, niet langer door die besturen zélf beoordeeld mogen worden. Hierdoor worden niet alleen lopende en toekomstige bouwprojecten op de helling gezet, maar het brengt ook reeds verleende vergunningen in gevaar.

Lees het artikel »