De theorie van de bezoldiging en de risico’s ervan met Thierry Litannie, advocaat (ANDERSEN ADVOCATEN) en bestuurder bij de O.E.C.C.B.B.

Thierry, kunt u ons uitleggen wat de theorie van de bezoldiging inhoudt?
De theorie van de bezoldiging is een concept dat door de fiscus wordt gebruikt om te beoordelen of uitgaven van een vennootschap voor het toekennen van voordelen aan haar bestuurders of werknemers kunnen worden beschouwd als aftrekbare beroepskosten.
Kunt u een concreet voorbeeld geven van de toepassing van deze theorie?
Bijvoorbeeld, als een vennootschap een woning ter beschikking stelt van een van haar bestuurders, kan de fiscus vragen om het bewijs dat dit voordeel de tegenprestatie vormt voor daadwerkelijk geleverde prestaties door die bestuurder. Indien dat bewijs ontbreekt, kan de aftrek van deze uitgave worden geweigerd.
Welke andere soorten uitgaven vallen onder deze theorie?
Dat kunnen onder meer de toekenning van stockopties, facturen van onderaanneming of managementvergoedingen zijn. De fiscus vraagt altijd een duidelijk en gedetailleerd bewijs van de geleverde prestaties in ruil voor deze uitgaven.
Wat kan een vennootschap doen om dergelijke aftrekweigeringen te vermijden?
Het is essentieel om alle uitgaven goed voor te bereiden en te documenteren. Dit houdt in dat er gedetailleerde managementovereenkomsten worden opgesteld en nauwkeurige verslagen van de geleverde prestaties worden bijgehouden. Deze documenten moeten beschikbaar zijn bij een fiscale controle.
Tot slot, welk advies zou u belastingplichtigen geven?
Ik zou hen aanraden zich altijd te gedragen alsof ze met een derde partij te maken hebben, zelfs als ze de betrokken personen goed kennen. Door deze voorzorgen te nemen, kunnen ze problemen bij fiscale controles vermijden.
Ik zoek een expert in

20.11.2025
Andersen en GUBERNA kondigen met trots hun nieuwe research partnership aan, gericht op de versterking van ziekenhuisgovernance.

12.11.2025
•Ruimtelijke Ordening en Milieu
De Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) bevestigt dat permanente bewoning geen vereiste is om als woning in het vergunningenregister te worden opgenomen. Het volstaat dat de constructie hoofdzakelijk bestemd is voor bewoning. Een verzoek tot opname in het vergunningenregister mag dan ook niet worden geweigerd omdat er geen permanente bewoning wordt aangetoond.

07.11.2025
•Ruimtelijke Ordening en Milieu
De Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) vernietigde op 9 oktober 2025 een financiële last die werd opgelegd in een beslissing die een omgevingsvergunning verleende. Zo’n last kan sinds 2024 enkel op grond van een stedenbouwkundige verordening in de zin van artikel 2.3.1 en 2.3.2 VCRO worden opgelegd. Voor de decreetswijziging bepaalde het Omgevingsvergunningsdecreet wel dat zulk een financiële last door de vergunningverlenende overheid opgelegd kon worden, en onder welke voorwaarden, maar was het dus niet vereist dat daartoe een regeling was opgenomen in een stedenbouwkundige verordening.

06.11.2025
•Administratief Recht en Overheidsopdrachten
Lokale besturen staan voor een dilemma: zij willen investeren in publieke bouwprojecten, maar mogen hun eigen projecten niet meer beoordelen wanneer deze een wezenlijke impact op het milieu hebben. Een nieuw voorstel van decreet wil de impasse nu doorbreken, maar roept tegelijk vragen op over hoe onafhankelijk de beoordeling echt wordt wanneer ze eenvoudigweg verschuift naar een ander politiek niveau.