Het Grondwettelijk Hof heeft op 17 juli 2025 een belangrijk arrest geveld: het vernietigt een discriminerende bepaling uit de wet van 18 mei 2024 inzake private opsporing, nl. de nieuwe wet die de activiteiten van privédetectives regelt. Het Hof oordeelde dat het verbod om ex-politieambtenaren – gedurende drie jaar na hun vertrek – te laten doceren in de sector van de private opsporing, discriminerend is ten opzichte van actieve politieleden die diezelfde lesopdracht wél mochten uitvoeren.
De wet van 18 mei 2024, die de oude privédetectivewet uit 1991 verving, wilde de sector professionaliseren. Daarbij werden strikte regels ingevoerd over wie wat mag doen:
Actieve politieleden mochten géén functies opnemen in private opsporing. Ex-politieleden moesten drie jaar wachten voor ze de sector mochten betreden.
Toch mochten actieve politieleden wél lesgeven. Ex-collega’s mochten dat dan weer niet.
Een voormalig politiecommissaris die sinds zijn pensioen in 2023 lesgaf bij een erkende opleidingsinstelling in de sector, Syntra West, werd door de inwerkingtreding van de wet plots uitgesloten.
Hij vocht dit aan bij het Grondwettelijk Hof wegens schending van het Grondwettelijk gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel. Terwijl actieve leden van de politie nog wel les mochten geven aan dergelijke instelling, werd dit recht nu ontzegd aan mensen die in de afgelopen drie jaar lid zijn geweest van een politiedienst.
Het Hof erkende dat het doel van de wet – het vermijden van ongewenste informatiedoorstroming tussen politie en private opsporing – legitiem is. In de parlementaire voorbereiding werd benadrukt dat ex-politieleden geneigd zouden zijn oude contacten aan te wenden om gevoelige gegevens te verkrijgen.
Toch stelde het Hof vast dat het onderscheid niet redelijk verantwoord was. Indien actieve politieleden zonder risico les konden geven, gold hetzelfde voor ex-politieleden. Er bestaat geen objectieve rechtvaardiging om de uitzondering enkel toe te staan voor de ene groep en niet voor de andere.
De bepaling die voorziet in het verbod op lesgeven door ex-politieleden die in de afgelopen drie jaar lid zijn geweest van een politiedienst. werd vernietigd.
Door deze beslissing kunnen nu ook gewezen politieambtenaren lesgeven in erkende opleidingsinstellingen voor private opsporing. Daarmee wordt een einde gemaakt aan een discriminerende uitsluiting en wordt de expertise van oud-politieleden opnieuw beschikbaar voor de sector.
Deze uitspraak draagt bij tot de coherentie tussen de wet van 18 mei 2024 en de wet van 2 oktober 2017 inzake private veiligheid (zgn. ‘Wet Jambon’), waar zowel actieve als ex-politieleden lesopdrachten mogen opnemen. Waar de wet van 2024 toeziet op de private opsporing, heeft de wet van 2017 betrekking op private beveiliging, waaronder het werk van beveiligingsfirma’s.
Het Hof spreekt zich enkel uit over de mogelijkheid om les te geven. De beslissing wijzigt niets aan het principieel verbod om activiteiten in de private opsporing te combineren met een functie in de private bewaking, en aan het verbod voor leden van de politiediensten om bij te klussen als privé detective of als bewakings- of veiligheidsagent.
Dit arrest versterkt het gelijkheidsbeginsel en bevestigt dat wetgever en sector zorgvuldig moeten omgaan met overstap- en incompatibiliteitsregels.
De evolutie van de regelgeving rond zowel private bewaking als private opsporing en de impact van dit arrest tonen aan hoe complex en veranderlijk het juridische kader is. Andersen ondersteunt cliënten – opleidingsinstellingen, ex-politieambtenaren en actoren in de private opsporings- en veiligheidssector – met:
Aarzel niet om Andersen in Belgium te contacteren voor meer informatie en bijstand.
Ik zoek een expert in
08.09.2025
•Vastgoed, Huur en Mede-eigendom
Arrest van 4 juni 2025 – Geen makelaarsloon bij afgebroken verkoopproces
28.08.2025
•Fiscaal recht
Met de inwerkingtreding van de Programmawet van … wordt in hoofde van aandeelhouders een nieuwe exitheffing ingevoerd. Deze exitheffing zal worden toegepast op een fictief dividend dat de aandeelhouders worden geacht te hebben ontvangen naar aanleiding van een grensoverschrijdende zetelverplaatsing (artikel 210, §1, 4°, WIB) of bepaalde herstructureringsoperaties zoals fusies en splitsingen.
17.07.2025
•Handels – en Economisch Recht
De alomtegenwoordigheid van kansspelreclame – in de omroepmedia, op digitale platforms, bij sportevenementen en in stedelijke omgevingen – weerspiegelt de diepe integratie ervan in het openbare leven. Deze constante aanwezigheid vormt een ernstig risico voor de volksgezondheid en het maatschappelijk welzijn. Door nieuwe spelers aan te trekken, bestaande spelers aan te zetten tot vaker en intensiever gokken en het risico op terugval bij mensen met een gokverslaving te vergroten, voedt dergelijke reclame een zorgwekkende vicieuze cirkel. Bovendien draagt het bij aan de normalisering van gokken door het af te schilderen als een onschuldige vrijetijdsbesteding die sociaal en cultureel aanvaardbaar is. Dit vertekende beeld maakt gokken aantrekkelijker en toegankelijker, vooral voor kwetsbare groepen zoals minderjarigen, jongvolwassenen en mensen die worstelen met een verslaving. Dit fenomeen geeft aanleiding tot grote bezorgdheid, zowel op individueel als op maatschappelijk vlak. In dit artikel gaan we in op het Belgisch wettelijk kader voor reclame voor kansspelen en sponsoring en meer specifiek op de reacties en vooruitzichten vanuit het oogpunt van de Belgische sport- en kansspelindustrie.
17.07.2025
Victoria ontvangt Thierry Litannie, partner bij Andersen in Belgium en bestuurder van de OECCBB, om twee recente fiscale aanpassingen te bespreken die gunstig zijn voor Belgische aandeelhouders.